Het rekeningresultaat nader gespecificeerd
Gedurende het jaar 2020 is de primaire begroting bijgesteld naar de verwachtingen in dat jaar. Dit heeft in 2020 plaats gevonden in de 1e begrotingswijziging, voorjaarsnota en najaarsnota.
De belangrijkste verschillen ten opzichte van de primaire Begroting 2020
In de ambitieverantwoording in de Voor- en Najaarsnota 2020 is bij het onderdeel de 3e W-vraag "Wat heeft dat gekost?" per beleidsdoel een analyse gegeven van de verschillen tussen de laatst vastgestelde begroting en de bijstelling in het betreffende product. De belangrijkste afwijkingen per ambitie van de realisatie ten opzichte van de primaire begroting staan hieronder kort toegelicht.
Ambitie 4 Een concurrerend Zuid-Holland
Binnen ambitie 4 is het overschot ten opzichte van de oorspronkelijke begroting veroorzaakt door subsidieontvangers die de afgesproken activiteiten iets later in de tijd uitvoeren (2021) dan waarmee in de oorspronkelijke begroting rekening was gehouden. Gedurende het jaar is er uiteraard gelegenheid de budgetten hiervoor aan te passen, maar in de oorspronkelijke begroting die opgesteld was in de zomer van 2019 moest geregeld nog gewerkt worden met vroege schattingen. Het afgesproken beleid wordt kortom nog steeds gerealiseerd, enkel de fasering in de tijd is aangepast.
Ambitie 5 Versterken natuur in Zuid-Holland
Binnen ambitie 5 is de realisatie met name achterbleven op het onderwerp NNN. In 2020 is nagedacht over een aangepaste realisatiestrategie om versnelling te realiseren. Hierover wordt in 2021 met de Staten gesproken. De ramingen zijn daar nog niet op aangepast. Daarnaast liep de realisatie op o.a. bodemdaling, ontwikkeling restveengebied en boerenlandvogels achter ten opzichte van wat er in eerste instantie begroot was, deels ook doordat arbeidscapaciteit is ingezet voor de opgave Stikstof. Een deel van de vertraging is ook toe te schrijven aan corona.
Ambitie 6 Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland
Het budget ‘Knelpuntenpot Transformatie binnenstedelijke locaties’ is bij de Najaarsnota 2019 deels doorgeschoven naar 2020. Aangezien de verdiepingsslag businesscases met gemeenten meer tijd vergde, vond geen volledige besteding van het budget plaats in 2019. In 2020 is een verkenning geweest met gemeenten hoe het nog resterende en nieuwe budget voor de knelpuntenpot effectief kan worden ingezet. Naar aanleiding van de motie ‘Versnelling versnellen woningbouw’ is door PS ingestemd met een nieuwe opzet Knelpuntenpot via een subsidieregeling die begin 2021 wordt opengesteld.
In 2020 is een subsidieregeling sociale woningbouw voor regio Rotterdam opengesteld en zijn er diverse subsidies verleend aan gemeenten. Een aanzienlijk deel van de lasten van de verleende subsidies vallen in 2021 en verder.
Ten slotte vond een kasritmewijziging plaats binnen de Nota Ruimte Middelen. In het kader van de bestuurlijke afspraken rondom de ontwikkeling van het Middengebied Zuidplaspolder is een deel van de middelen later in de tijd doorgeschoven.
Ambitie 7 Gezond en veilig Zuid-Holland
De afwijkingen binnen de ambitie worden met name veroorzaakt door het niet doorgaan van projecten waarvoor in eerdere jaren een subsidie was verleend en het lager vaststellen van een aantal definitieve subsidies dan de maximale subsidies. Daarnaast zal voor een aantal projecten waarvoor subsidie is verleend de prestatielevering pas na 2020 plaatsvinden terwijl in de (primitieve) begroting rekening was gehouden met het ten laste van 2020 brengen van het volledige subsidiebedrag. Tenslotte zijn er voor de verbeteringen binnen de ruiter- en menpaden minder aanvragen ontvangen dan waarmee in de primitieve begroting rekening was gehouden.
De projecten voor de effecten van klimaatverandering en bodemdaling zijn later dan gepland gestart en bij gevolg nog niet afgerond.
Overzicht Algemene middelen en Organisatie
Binnen Overzicht Algemene middelen en Organisatie is het overschot ten opzichte van de oorspronkelijke begroting veroorzaakt door het feit dat de provincie minder rente over haar leningen in 2020 heeft betaald dan was begroot. De stelpost prijscompensatie bedoeld ter dekking van de indexatie aan de lastenkant is voor twee aanwendingen gebruikt. De omvang van deze stelpost bedroeg bij primaire begroting € 3,6 mln. Het restant van de stelpost is een voordeel binnen de Algemene dekkingsmiddelen. Bijstelling van het primaire budget heeft in voor- en najaarsnota plaatsgevonden.
De belangrijkste verschillen ten opzichte van de Najaarsnota 2020
In de ambitieverantwoording in het jaarverslag is bij het onderdeel de 3e W-vraag "Wat heeft dat gekost?" per beleidsdoel een analyse gegeven van de verschillen tussen de bij de najaarsnota gepresenteerde begroting en de uiteindelijke realisatie. De belangrijkste verschillen groter dan € 1 mln die het rekeningresultaat hebben veroorzaakt staan hieronder kort toegelicht.
Toelichting op de belangrijkste verschillen ten opzichte van de Najaarsnota 2020
Minder uitgegeven dan begroot | ||
1 | Regionale gebiedsagenda's Mobiliteit (Beleidsdoel 2.1) | € 5,2 mln |
---|---|---|
2 | Mobiliteitsprojecten en onderzoeken (Beleidsdoel 2.1) | € 1,5 mln |
3 | Vastgoedportefeuille (Beleidsdoel 2.2) | € 1,1 mln |
4 | Beleidsvoorbereiding beheer (Beleidsdoel 2.2) | € 1,4 mln |
5 | Overdracht N209 (Beleidsdoel 2.2) | € 1,1 mln |
6 | N498 Schaapsweg (Beleidsdoel 2.2) | € 1,4 mln |
7 | Planmatig onderhoud diverse projecten (Beleidsdoel 2.2) | € 1,7 mln |
8 | Diverse subsidies concurrerend Zuid Holland (Beleidsdoel 4.1) | € 2,1 mln |
9 | Bedrijventerreinen (Beleidsdoel 4.2) | € 1 mln |
10 | Diverse subsidies Erfgoed, Cultuur en Toerisme (Beleidsdoel 4.3) | € 1,2 mln |
11 | NNN Gouwe Wiericke (Beleidsdoel 5.1) | € 1 mln |
12 | NNN Krimpenerwaard (Beleidsdoel 5.1) | € 2,4 mln |
13 | NNN Ecologiosche verbindingszones (Beleidsdoel 5.1) | € 1 mln |
14 | Natura 2000 (Beleidsdoel 5.1) | € 2,2 mln |
15 | Bodemdaling (Beleidsdoel 5.2) | € 1,8 mln |
16 | Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties (Beleidsdoel 6.1) | € 2,2 mln |
17 | Subsidieregeling spreiding sociale woningbouw Rotterdamse regio (Beleidsdoel 6.1) | € 2,8 mln |
18 | Impuls omgevingsveiligheid (Beleidsdoel 7.1) | € 6,2 mln |
19 | Aanpak bodemlocaties (Beleidsdoel 7.1) | € 1,2 mln |
20 | Vergunningverlening, toezicht en handhaving (beleidsdoel 7.1) | € 1 mln |
21 | Altijd Actuele Digitale Vergunning (Beleidsdoel 7.1) | € 1,8 mln |
22 | Lagere vaststelling definitieve subsidies gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving (Beleidsdoel 7.2) | € 1 mln |
23 | Ruiter- en menpaden (Beleidsdoel 7.2) | € 1 mln |
24 | Rente leningen (Algemene middelen) | € 1,1 mln |
25 | Stelpost prijscompensatie (Algemene middelen) | € 3,4 mln |
26 | Overige verschillen < € 1 mln diverse ambities | € 6,5 mln |
27 | Exploitatie OV (Beleidsdoel 2.1) | € -25,4 mln |
28 | POP 3 (Beleidsdoel 5.2) | € -4,3 mln |
Minder baten dan begroot | ||
29 | Regionale gebiedsagenda's Mobiliteit (Beleidsdoel 2.1) | € -3,6 mln |
30 | Uitvoering WABO (Beleidsdoel 7.1 ) | € -1,2 mln |
31 | Overige verschillen < € 1 mln diverse ambities | € -7,1 mln |
Meer baten dan begroot | ||
32 | Exploitatie OV (Beleidsdoel 2.1) | € 29,1 mln |
33 | Rijksmiddelen MKB/MIT (Beleidsdoel 4.1) | € 4,1 mln |
34 | POP 3 (Beleidsdoel 5.2) | € 3,8 mln |
35 | Vrijval voorziening grondbank RGZ Zuidplas (Beleidsdoel 6.2) | € 2,7 mln |
36 | Opcenten Motorrijtuigenbelasting (Algemene middelen) | € 2,2 mln |
37 | Detacheringen en vergoedingen (Organisatie) | € 1,9 mln |
Afwijking vereffening met bestemmingsreserves | ||
38 | Saldo's gesloten systemen Bereikbaarheid en Groen en overige bestemmingsreserves | € -15,7 mln |
1. Regionale gebiedsagenda's Mobiliteit (€ 5,2 mln)
De Regionale gebiedsagenda’s Mobiliteit (voorheen Bestedingsplan mobiliteit) bevat bijdragen voor regionale infrastructuurprojecten op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid (duurzaam veilig). Dit vindt plaats in de vorm van subsidies. De afrekeningen van uit eerdere jaren afgegeven beschikkingen zijn lager uitgevallen. Daarnaast is voor een aantal subsidies op verzoek van de aanvrager de looptijd verlengd, waardoor een deel van de lasten 2020 doorschuift naar latere jaren.
2. Mobiliteitsprojecten en onderzoeken (€ 1,5 mln)
Dit betreft een aantal bijdragen en subsidies die waren voorzien voor 2020 maar goedkoper of later in de tijd vallen. Onder andere de Algeracorridor, MIRT-verkenning oeververbinding Rotterdam en subsidies aan Drechtsteden, Midden-Holland en Holland Rijnland.
3. Vastgoedportefeuille (€ 1,1 mln)
De uitvoering van de planmatige onderhoudswerkzaamheden voor de bediencentrales in de NOK-gebouwen zal plaatsvinden in 2021 en 2022.
4. Beleidsvoorbereiding beheer (€ 1,4 mln)
In 2020 zijn initiatieven gestart voor advisering en monitoring van de ontwikkelopgaven Duurzame Infrastructuur, Dynamisch Verkeersmanagement, Cybersecurity Managementsysteem, Informatiemanagement en Assetmanagement. De werkzaamheden schuiven door naar 2021.
5. Overdracht N209 (€ 1,1 mln)
Binnen het RWS (Rijkswaterstaat)-project A16 Rotterdam zijn afspraken gemaakt met het Rijk voor de overdracht van de N209. Deze overdracht heeft gedeeltelijk plaatsgevonden en wordt afgerond in 2021.
6. N498 Schaapsweg (€ 1,4 mln)
De reconstructie van de kruising N498 Schaapsweg wordt conform de financiële verordening volledig geactiveerd. Hierdoor is de begrote bijdrage van exploitatiemiddelen beheer en onderhoud niet meer nodig.
7. Planmatig onderhoud diverse projecten (€ 1,7 mln)
Binnen het planmatig onderhoud lopen van een aantal projecten de werkzaamheden door in 2021. Het betreft onder andere de afronding van de extra benodigde maatregelen van de Kruithuisweg N470 en de voorbereiding van projecten in het Merwedekanaal. De vertraging wordt veroorzaakt door langere voorbereidingstijd in verband met extra aanpassingen en een gewijzigde onderhoudsaanpak van het project door de aannemer en het later vaststellen van de onderhoudsovereenkomst.
8. Diverse subsidies concurrerend Zuid-Holland (€ 2,1 mln)
Door fasering van de activiteiten en later opstellen van een aantal regelingen vallen een deel van de subsidie-uitgaven in 2021 in plaats van in 2020. Dit betreft de regelingen RNIZ, Campusregeling, Greenports, Aerospace campus Noordwijk, Breed MKB en field labs.
9. Bedrijven terreinen (€ 1 mln)
In verband met een looptijdverlenging bij UHB Zernikedreef is er in 2020 minder uitgegeven en wordt deze gefaseerd naar 2021 en 2022.
10. Diverse subsidies Erfgoed, Cultuur en Toerisme (€ 1,2 mln)
Door fasering van de activiteiten en later opstellen van een aantal regelingen vallen een deel van de subsidie-uitgaven in 2021 in plaats van in 2020. Dit betreft de regelingen herbestemming monumenten, onderhoud/draaipremies molens, restauratie rijksmonumenten, erfgoedlijnen restauratie en overige cultuursubsidies.
11. NNN Gouwe Wiericke (€ 1 mln)
De gronden zijn nog niet verworven. Daarnaast is de prognose voor de activiteiten ambitieus en niet realistisch gebleken in coronatijd en verschoven naar een later tijdstip. Een aanpassing van de planning vereist een projectbesluit en is daarom niet in 2020 verwerkt.
12. NNN Krimpenerwaard (€ 2,4 mln)
De gronden zijn nog niet verworven. Daarnaast is de prognose voor de activiteiten ambitieus en niet realistisch gebleken in coronatijd en verschoven naar een later tijdstip. Een aanpassing van de planning vereist een projectbesluit en is daarom niet in 2020 verwerkt
13. NNN Ecologische verbindingszones (€ 1 mln)
De lagere lasten worden vooral veroorzaakt door vrijval en door wijziging van de looptijd van een subsidie.
14. Natura 2000 (€ 2,2 mln)
In het kader van de stikstofproblematiek worden voor alle veertien stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden natuurdoelanalyses uitgevoerd. Deze natuurdoelanalyses zijn in 2020 gestart en lopen door tot eind 2021. Lopende de evaluatie is het niet opportuun met nieuwe maatregelen te starten en worden alleen ‘no-regret’ beheermaatregelen uitgevoerd. Op basis van evaluatie van de doelen en maatregelen wordt een geactualiseerde begroting opgesteld.
15. Bodemdaling (€ 1,8 mln)
Door de coronacrisis zijn de lasten voor de uitvoering van het Klimaatakkoord en de subsidie Klimaatslim boeren op veen lager dan verwacht. Door vertraging bij het indienen van subsidieaanvragen, onder andere door de coronacrisis, is er minder uitgegeven voor de regiodeal.
16. Knelpunten transformatie binnenstedelijke locaties (€ 2,2 mln)
Er vindt een verdiepingsslag binnen de business cases van diverse gemeenten plaats om de onrendabele top te bepalen en te verifiëren. Dit vergt in de praktijk meer tijd dan vooraf verwacht. Inmiddels zijn er voor drie projecten subsidies verleend waarvan de daadwerkelijke uitbetaling gespreid over de komende periode (na 2020) zal plaatsvinden.
17. Subsidieregeling spreiding sociale woningbouw Rotterdamse regio (€ 2,8 mln)
Er zijn diverse subsidies verleend aan verschillende gemeenten waarvan de lastneming meerjarig is. Een aanzienlijk deel van de subsidielasten vallen in de jaren 2021 tot en met 2025. Van het beschikbare budget is een klein deel nog niet verleend. In 2021 verwacht men nieuwe subsidieaanvragen te ontvangen wat leidt tot verdere uitputting van het budget.
18. Impuls Omgevingsveiligheid (€ 6,2 mln)
De landelijke regeling Impuls Omgevingsveiligheid (IOV) is in 2020, met uitzondering van 1 onderdeel, beëindigd. Een deel van de financiële afwikkeling vindt plaats in 2021. Deelprogramma 6 van het IOV loopt nog door in 2021. Het restantbudget uit 2020 wordt gebruikt voor deelprogramma 6 en voor afrekening van facturen en subsidies van de andere deelprogramma’s. Onderbestedingen van het IOV worden na de financiële afwikkeling in 2021 overgeheveld naar de overheden die de clusters van het vervolg Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid trekken.
19. Aanpak bodemlocaties (€ 1,2 mln)
Naast de vertraging bij diverse projecten in de werkplannen aan de omgevingsdiensten heeft de financiële afwikkeling van de werkplannen aan de omgevingsdiensten over 2019 een voordelig effect op de realisatie.
20. Vergunningverlening, toezicht en handhaving (€ 1 mln)
Conform afspraak vallen de middelen voor extra inzet bij handhaving vrij indien hier geen gebruik van wordt gemaakt. De complexiteit van het vraagstuk van afvalstoffen en Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) heeft bij de projecten ZZS geleid tot het aanpassen van de planning.
21. Altijd actuele digitale vergunning (AADV) (€ 1,8 mln)
Binnen het programma Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) loopt een aantal projecten uit naar 2021. De IT-investering is verplaatst naar 2021 en 2022. Daarnaast bleef de personele inzet achter en kreeg de provincie een niet geraamde bijdrage van enkele externe partijen.
22. Lagere vaststelling definitieve subsidies gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving (€ 1 mln)
Voor een aantal in het verleden verstrekte subsidies is de definitieve subsidie lager vastgesteld dan de maximale subsidie.
23. Ruiter- en menpaden (€ 1 mln)
De aanleg van ruiter- en menpaden zijn deels vertraagd.
24.Rente leningen (€ 1,1 mln)
De provincie betaalde in 2020 minder rente over haar leningen dan was begroot.
25. Stelpost prijscompensatie (€ 3,4 mln)
De stelpost prijscompensatie is bedoeld ter dekking van de indexatie aan de lastenkant. In 2020 zijn er twee aanwendingen geweest die in de Najaarsnota 2020 zijn verwerkt. Het restant van de stelpost is een voordeel binnen de Algemene dekkingsmiddelen.
26. Overige verschillen < € 1 mln diverse ambities (€ 6,5 mln)
Binnen de diverse ambities zijn er vele voordelen kleiner dan € 1 mln, deze staan toegelicht in de 3e w-vraag "wat heeft het gekost?" binnen de betreffende ambities.
27. Exploitatie OV (- € 25,4 mln)
Dit betreft voornamelijk een na de najaarsnota toegekende aanvullende subsidiebeschikking voor de beschikbaarheidsvergoeding OV-concessie 2020.
28. POP 3 (- € 4,3 mln)
De overschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt door 'watergerelateerde POP3-doelen' door overprogrammering. De overbesteding wordt gedekt door bijdragen van de EU of van derden.
29. Regionale gebiedsagenda's mobiliteit (- € 3,6 mln)
Deze hangt samen met punt 1. Door lagere uitgaven is de verrekening met de rijksbijdrage lager.
30. Uitvoering WABO (- € 1,2 mln)
De WABO/BRIKS inkomsten zijn lager uitgevallen.
31. Overige verschillen < € 1 mln diverse ambities (- € 7,1 mln)
Binnen de diverse ambities zijn er meerdere nadelen kleiner dan € 1 mln, deze staan toegelicht in de 3e w-vraag
"wat heeft het gekost?") binnen de betreffende ambities
32. Exploitatie OV (€ 29,1 mln)
Deze hangt samen met punt 24.
33. Rijksmiddelen MKB/MIT (€ 4,1 mln)
De baten hebben betrekking op ontvangen Rijksmiddelen voor subsidielasten volgend uit de MKB/MIT regeling. Deze middelen zijn eerder door de provincie voorgefinancierd vanuit de desbetreffende reserve en worden nu in die reserve gestort.
34. POP 3 (€ 3,8 mln)
Deze hangt samen met punt 25.
35. Vrijval voorziening grondbank RGZ Zuidplas (€ 2,7 mln)
De vrijval ontstaat door het afnemen van het risicoprofiel. Het negatieve eigen vermogen van de Grondbank RZG ontwikkelt zich positief met als gevolg dat het aandeel in het verlies afneemt. Om aansluiting te houden met deze ontwikkeling dient de voorziening verlaagd te worden. Verder spelen ook de ontwikkelingen rondom de Zuidplaspolder en de recent opgestelde ontwikkelvisie en masterplan voor het gebied. Dit komt terug in de boekwaarde van de gronden en positieve ontwikkeling van het eigen vermogen.
36. Opcenten Motorrijtuigenbelasting (€ 2,2 mln)
De opcenten op de Motorrijtuigenbelasting hebben over 2020 een meeropbrengst. Met name in het laatste kwartaal was een piek waarneembaar.
37. Detacheringen en vergoedingen (€ 1,9 mln)
Dit betreft de opbrengsten voor extern gedetacheerde medewerkers en vergoedingen van het UWV.
38. Saldo's gesloten systemen Bereikbaarheid en Groen en overige bestemmingsreserves (- € 15,7 mln)
Conform het coalitieakkoord en de financiële verordening worden de voor- en nadelen van de gesloten systemen Bereikbaarheid (- € 14,7 mln) en Groen (- € 7,7 mln) voor dat doel in de bestemmingsreserves opgevangen. De resultaten van Fonds Nazorg (€ 0,1 mln) rekenen ook af met een bestemmingsreserve. Overige bestemmingsreserves
( € 6,6 mln).