11.2 Normenkader Rechtmatigheid
Er zijn binnen de provincie diverse kaders aanwezig die (kwaliteits)eisen stellen aan de interne controle.
Naast de provinciale kaders is de wet- en regelgeving in de Provinciewet, artikel 216 en 217, van belang. Hierin is geregeld dat Provinciale Staten bij verordening regels vaststellen voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst. Het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole richt zich vooral op financiële rechtmatigheid: de mate waarin de belangrijkste door het bestuur uitgevoerde financiële beheershandelingen in overeenstemming zijn met de hiervoor geldende regels. De jaarlijkse rechtmatigheidscontrole door de accountant moet Provinciale Staten in staat stellen om het gevoerde financieel beheer te beoordelen.
Het Normenkader omvat de relevante wet- en regelgeving (zowel Europees, nationaal als provinciaal) voor de belangrijkste processen met financiële consequenties. Deze processen zijn: Verwerven en aannemen (inkopen, aanbesteden, prestatielevering en factuurbetaling), Verstrekken en vaststellen subsidies, Genereren van inkomsten (onderdeel subsidiebaten en overige opbrengsten), Instandhouden Bedrijfskapitaal (onderdeel salarissen en betalingsverkeer), Planning en Control (onderdeel begrotingsuitvoering). Provinciale Staten hebben Gedeputeerde Staten opgedragen het Normenkader Rechtmatigheid periodiek te actualiseren. Op 1 december 2020 hebben Gedeputeerde Staten de meest recente versie van het Normenkader Rechtmatigheid vastgesteld.