Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we elk beleidsdoel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
Uitvoering Schone Lucht Akkoord
In het Programma Luchtkwaliteit is door het Schone Lucht Akkoord (SLA) een impuls gegeven aan het realiseren van de WHO-advieswaarden, vooral bij industrie, scheepvaart en participatie (met name citizen science). De provinciale activiteiten in het SLA bestaan uit:
- uitvoering van vastgesteld beleid in andere beleidssectoren van de provincie, zoals schone mobiliteit en energiebeleid;
- ondersteuning van gemeenten bij uitvoering van het SLA;
- aanvullende activiteiten zoals citizen science (burgers meten luchtkwaliteit met sensormeetapparatuur).
Corona en het uitblijven van een subsidieregeling vanuit het Rijk (waar de provincie cofinanciering voor beschikbaar heeft) heeft de geplande uitvoering van het SLA vertraagd. De subsidieregeling van het Rijk opent in april 2021. Vanaf dat moment kunnen provinciale projecten eenvoudiger worden gestart en is de verwachting dat gemeenten met ondersteuning vanuit de provincie actiever gaan handelen.
Ook zonder rijkssubsidie wordt verder invulling gegeven aan citizen science, door bestaande projecten te ondersteunen en nieuwe op te zetten. De provincie is in het kader van het SLA ook landelijk trekker van de participatiepilot.
Tegengaan van uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van binnenvaart
Bij het tegengaan van varend ontgassen stond 2020 in het teken van de overgang naar landelijk beleid (verwacht eind 2021 / begin 2022, afhankelijk van voortgang andere verdragsstaten, realisatie infrastructuur ontgassingsinstallaties en afspraken over de bekostiging van de ontgassingen). We hebben samenwerking gezocht met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT) en Rijkswaterstaat (RWS) om toezicht en handhaving beter en zichtbaarder te laten plaatsvinden. Verder is met bewoners gesproken, die overlast ervaren van waar wij als provincie aan werken. Naast het huidig provinciaal verbod is er als onderdeel van de opmaat naar een landelijk verbod en Europese regelgeving, vooral behoefte aan voldoende en openbaar bereikbare ontgassingsinstallaties. Voor de uitrol van deze infrastructuur van ontgassingsinstallaties zijn samen met het Rijk en een aantal provincies verschillende proefnemingen uitgevoerd. Dit heeft geleid tot verdere inzichten die worden gebruikt bij de vergunningverlening van ontgassingsinstallaties. Daarnaast is aandacht besteed aan de inzet van innovatieve technieken die toepasbaar zijn in de keten van toezicht en handhaving. Ook daarbij wordt samengewerkt met andere partijen. In 2021 zal dit een vervolg krijgen.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
- In 2020 heeft de provincie gewerkt aan een integraal geluidkader, inclusief een klachtengerelateerde benadering, dat in 2021 gereed zal zijn.
- Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen is conform planning uitgevoerd. Er is met een groot aantal gehinderden contact geweest. Dit heeft geleid tot verkenning en realisatie van geluidsmaatregelen langs provinciale wegen. Het programma Geluidmanagement in het Haven- en Industrieel Complex (HIC) is afgerond. De geluidmodellen zijn geactualiseerd, het geluidsmanagement is in overeenstemming gebracht met de Omgevingswet en de sturing op de verdeling van de geluidruimte is verbeterd. De gemeente Rotterdam, het Havenbedrijf Rotterdam, de milieudienst Rijnmond (DCMR), de omliggende gemeenten en de provincie zijn gesprekken met de Rijksoverheid gestart over de geluidsknelpunten in het havengebied en het vinden van de balans tussen geluidsruimte voor de industrie, wonen en een gezonde leefomgeving.
- De geluidwetgeving (SWUNG2) met onder meer een geluidregister als fijnmazig systeem van geluidproductieplafonds langs alle provinciale wegen heeft verder vorm gekregen als voorbereiding op de implementatie van de Omgevingswet. Corona heeft geleid tot aanpassing van het gekozen basisjaar (2020 is niet representatief) van de geluidsproductieplafonds, die in 2021 worden vastgesteld.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
De provincie voerde afgelopen jaren het secretariaat, inclusief kassiersfunctie, voor het landelijk programma Impuls Omgevingsveiligheid (IOV). 2020 was het laatste jaar van dit programma. In 2020 is landelijk gewerkt aan voortzetting van deze samenwerking die ‘Meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid’ wordt genoemd. De onderbesteding van IOV zal ten goede komen aan de trekkers van clusters van deze meerjarenagenda. Daarnaast loopt het deelprogramma 6 ‘ontwikkelbudget/nieuwe prioriteiten’ door in 2021. Een deel van de onderbesteding IOV wordt ingezet voor afronding van projecten in deelprogramma 6 die in 2020 of eerder zijn gestart.
Als voorbereiding op de Omgevingswet is het externe veiligheidsbeleid omgezet naar de omgevingsverordening. Deze verordening is eind 2020 ter inzage gelegd. Vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor door stedelijk gebied wordt beperkt en knelpunten met verhoogd groepsrisico worden opgelost. Bovendien wordt een programma omgevingsveiligheid opgesteld, als onderdeel van het provinciebrede omgevingsprogramma. Dit programma wordt in 2021 in procedure gebracht.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Voortgang spoedlocaties
In 2020 is het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 afgerond. De afgelopen jaren is grote voortgang geboekt met de aanpak van spoedlocaties. Vanaf 2021 resteert nog een opgave van langdurige saneringen die al in uitvoering zijn én een aantal locaties die nog in de planfase zitten. In 2020 zijn de inspanningen vooral gericht geweest op complexe locaties waar een aanpak nog niet voldoende van de grond was gekomen. Het gaat daarbij om complexe situaties met meerdere stakeholders en verschillende belangen. Daarnaast is in 2020 samengewerkt in de aanpak van PFAS problematiek en is de Beleidsregel diffuus lood in de bodem vastgesteld. De aanpak van de kinderspeelplaatsen bevindt zich in een afrondende fase en er is gestart met het onderzoek naar het voorkomen van diffuus lood op volkstuincomplexen.
Nazorglocaties
De omgevingsdiensten beheren in opdracht van de provincie een groot aantal nazorglocaties. Ook in 2020 hebben zij verkend op welke wijze de intensiteit van de nazorg kan worden afgebouwd of zelfs volledig beëindigd. Daarin wordt stap voor stap vooruitgang geboekt. Het aantal nazorglocaties zal afnemen. Voor een aantal locaties is afbouw van nazorg niet mogelijk.
Nazorgwerkzaamheden op de gesloten WM-stortplaatsen
Nazorgwerkzaamheden op gesloten WM-stortplaatsen zijn in lijn met de nazorgplannen uitgevoerd. Uitvoeringskosten komen ten laste van het Fonds Nazorg. Het Fonds Nazorg heeft een eigen jaarverslag 2020 waarin nader wordt ingegaan op de uitvoering van de nazorg.
Integrale 3-D ruimtelijke ordening
Provincie adviseert gemeenten en omgevingsdiensten bij ruimtelijke processen op een integrale 3D-ordening.
In 2020 hebben wij in het project ‘’Samen De Diepte In’’ samen met omgevingsdiensten bij een aantal gemeenten pilots uitgevoerd om 3D-ordening en het belang van de ondergrond in omgevingsvisies en omgevingsplannen een herkenbare plek te geven. Concreet heeft dit in de regio Midden-Holland geresulteerd in het opstellen van een ondergrondvisie door de gemeente Waddinxveen en is input geleverd voor de omgevingsvisie bij de gemeente Gouda. Ook in de DCMR-regio en de OZHZ-regio zijn resultaten geboekt. De gemeenten Hellevoetsluis en Papendrecht krijgen een bodemroutekaart en bij de gemeente Goeree-Overflakkee zijn bodemregels voor een oefenomgevingsplan opgesteld. Daarnaast zijn er dorps-/stadgeneses opgesteld die input waren voor de omgevingsvisies van de gemeente Dordrecht en Oegstgeest. Binnen de Leidse regio is een praktijkgemeenschap actief geworden.
Van energieplannen naar ondergrondplannen
De provincie stimuleert dat energieplannen van gemeenten verbreed worden naar ondergrondplannen.
Bij de gemeente Gouda is voor de spoorzone een ondergrondplan opgesteld dat met name gericht is op de mogelijkheden bij energietransitie. Daarnaast is met de gemeente Westland gewerkt aan verbreding van een bodemenergieplan met ondergrondse opslag van gietwater. Doordat de betreffende tuinders onvoldoende concrete plannen voor gietwateropslag bleken te hebben, is deze uitbreiding stopgezet totdat de plannen concreter zijn. Bij het ontwerp van bodemenergieplannen worden ook de huidige en toekomstige andere functies in het plangebied doorgesproken met de betrokken gemeente(n) en het waterschap.
Provinciale bodemdata
De Bodematlas Zuid-Holland is in 2020 opnieuw geordend en aangevuld op basis van de zeven thema's van bodem en ondergrond. Grootste aanvulling vormde de toevoeging van de Zuid-Hollandse bodemdalingsprognoses. Daarbij zijn koppelingen gelegd met de Warmte Transitie Atlas Zuid-Holland en Klimaatatlas Zuid-Holland. De website www.signaleringskaarten.nl is vervolgens breder onder de aandacht gebracht via ondergrondcoördinatoren van Omgevingsdiensten en (grotere) gemeenten, met name dankzij publiciteit rond https://staatvan.zuid-holland.nl/ en www.destraad.nl.Daarmee samenhangend is ook het UP-project ‘DNA van de Stad en Omgeving’ afgerond, waarin onderzocht is hoe de beschikbare data en informatie uit de bodem- en ondergrondsector toegankelijk gemaakt kan worden in de klimaatsector. Voor verschillende steden in Nederland (waaronder wijken in Leiden en Rotterdam) is invulling gegeven aan methoden en technieken om ervoor te zorgen dat (bijvoorbeeld) ontwerpers, adviseurs en studenten deze kennis zelf toepassen (= ‘DNA-aanpak’ c.q. ‘3D-visualisatie’).
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de ZH omgevingsdiensten
De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2018-2021 biedt de kaders voor de inzet van het VTH-instrumentarium om een veilige en gezonde leefomgeving te krijgen, met name bij luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen). De evaluatie van de nota VTH is in 2020 gestart en er zijn voorbereidingen getroffen voor de actualisatie van de nota in 2021, om deze in lijn te brengen met de Omgevingswet.
- Samen met de omgevingsdiensten zijn standaard voorschriften en nadere regelgeving opgesteld om Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), energiebesparing en hergebruik van groene reststromen voor een circulaire economie eenduidig in provinciale vergunningen op te kunnen nemen. Zo kan het instrumentarium VTH scherp ingezet worden om provinciale ambities en doelstellingen te ondersteunen.
- Monitoring en sturing van de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten heeft ook ondanks de beperkingen in de uitvoering vanwege corona onverkort doorgang gevonden. Met name bij vergunningverlening zijn de werkzaamheden conform planning uitgevoerd. Bij handhaving konden vanwege gezondheidsaspecten niet altijd de geplande controles worden uitgevoerd, maar door inhaalslagen is de planning door alle omgevingsdiensten uiteindelijk vrijwel geheel uitgevoerd. De diensten hebben gerapporteerd op de wettelijke kwaliteitscriteria voor de uitvoering. Alle diensten voldoen hieraan.
- Ook in 2020 is zo nodig ingezet op verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij Chemours en verscherpt toezicht bij ExxonMobil. De inzet op dossier Chemours is in 2020 gecontinueerd om de emissies van GenX en andere PFAS-stoffen naar water en lucht naar beneden bij te stellen.
- Het vierjarig ontwikkelprogramma Altijd Actuele Digitale Vergunning voor de risicovolle bedrijven is halverwege. Aanbevelingen uit de projecten voert DCMR uit en een eerste versie van de applicatie wordt begin 2021 in gebruik genomen. Er is concrete landelijke belangstelling en de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten is gevraagd voorbereidingen te treffen om de applicatie in 2022 te adopteren voor de overige milieuvergunningen waar de provincie bevoegd gezag voor is.
- Bij bedrijven met (potentiële) ZZS zijn verdere inventarisaties uitgevoerd. Na eerdere inventarisatierondes bij de industrie richtte deze inventarisatie zich met name op de afvalsector. Om zo veel mogelijk emissies van ZZS naar lucht, water en bodem te voorkomen is bij bedrijven ook gestart met actualisatie van de vergunningen op deze aspecten. Met het Rijk wordt regelmatig overleg gevoerd over de regelgeving.
- Stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij industriële bedrijven.
- Naar aanleiding van de rapporten van Berenschot en het Centrum Criminaliteitspreventie en Veiligheid eind 2019 aan de Tweede Kamer over het landelijke stelsel VTH, leveren de provincies via IPO een bijdrage aan verbetering van instrumentarium en het stelsel waar gemeenten, provincies en Rijksoverheid ieder hun verantwoordelijkheid hebben.
- De komst van de Omgevingswet, de transities op het gebied van energie, circulaire economie en digitalisering vragen om doorontwikkeling van de VTH-uitvoering. Gedeputeerde Staten zijn op basis van het coalitieakkoord afgelopen zomer gestart met een verkenning naar de doorontwikkeling van deze toekomstbestendige VTH-taakuitvoering waarbij beoogd wordt dat deze taken ook in de toekomst op een goed niveau worden uitgevoerd. Daarbij richt de verkenning zich op de kwaliteit van de dienstverlening voor burgers en bedrijven met als doel het schoon en veilig ontwikkelen (en behouden) van Zuid-Holland.
- Het provinciale implementatieteam Omgevingswet en de projectleiders van de omgevingsdiensten hebben samen gewerkt aan implementatie van de Omgevingswet per 1 januari 2022. Daarnaast is er in IPO-verband gewerkt aan twee nieuwe instrumenten in de Omgevingswet: het Beleidskader bestuurlijke boete en de handreiking ‘Financiele Zekerheidssteling’. Er zijn ook voorbereidingen getroffen om de implementatietrajecten hiervoor te starten.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Om de ambitie Gezond en veilig te concretiseren is een startnotitie ‘Gezond en Veilig’ vastgesteld. Daarin is gekozen om de ambitie vooral vanuit lopende programma’s en opgaven in te vullen. Een compact ontwikkelprogramma zal zowel intern als extern een agenderende, verbindende en versnellende rol spelen. Een groot aantal externe partijen zal meedoen met de uitwerking en realisatie. In de eerste fase zijn samenwerkingsvormen, netwerken, verkenningen en een aantal acties gestart.
Verkenningen/ acties
- Samen met de Stichting Steenbreek en het IVN (Instituut voor Natuureducatie) is verkend hoe bedrijventerreinen in Zuid-Holland verder vergroend kunnen worden. Dit sluit aan op de bedrijventerreinenstrategie Zuid-Holland. Hierbij is ook gekeken naar de optie om Tiny Forests op de terreinen te realiseren.
- Er is een voedselverkenning uitgevoerd om te zien welke integrale rol de provincie kan hebben voor een gezond en veilig voedselsysteem.
- In Dordrecht is samen met de gemeente, GGD en het RIVM een wijkgerichte verkenning gestart om een gezonde leefomgeving te verbeteren en te monitoren. Verbonden met provinciale beleidssectoren.
- Er is een snelstudie uitgevoerd naar de kennis en mogelijkheden binnen het mobiliteitsveld om gezondheid een plaats te geven bij mobiliteitsbeleid en beheer en onderhoud.
- Via het SIR-programma (Startup in Residence) is samen met klimaatadaptatie een challenge uitgeschreven voor de aanpak van hittestress bij ouderen.
- Samen met gemeenten is gestart met een inventarisatie en mogelijke stimulans van gezonde, groene schoolpleinen, waarbij ook aandacht is voor gezond gedrag en voeding.
- Er is een training ‘Gezond en veilig en de Omgevingswet’ ontwikkeld voor ambtenaren van de verschillende bestuurlijke partners. De uitvoering is vanwege de coronacrisis uitgesteld naar 2021.
- Een brede werkgroep voor een gezonde inrichting van het provinciale gebouw C heeft een extern advies opgesteld over een gezonde werkomgeving.
Netwerkvorming
- In overleg met de vier GGD’en is verkend waar de activiteiten van de GGD’en en de provincie elkaar kunnen versterken en waar de GGD’en ook een adviesrol naar de provincie kunnen hebben.
- Diverse kennisinstellingen in Zuid-Holland houden zich ook sterk bezig met positieve gezondheid en de rol van een gezonde leefomgeving hierbij. Met deze instellingen is rond deze onderwerpen een netwerk gestart, deels aansluitend op het netwerk van Life-Science & Health sector.
- Aansluitend op de recente landelijke nota’s gezondheidsbeleid en Zorg voor de Toekomst is aangesloten op de bestaande netwerken voor publieke gezondheidszorg.
- Via organisaties als Health Holland, Platform31, Pharos en Alles is Gezondheid is aansluiting gezocht op de netwerken van maatschappelijke organisaties in Nederland en Zuid-Holland.
- Onder gemeenten in Zuid-Holland is een netwerkanalyse uitgevoerd om te zien waar en op welke wijze samenwerking gewenst en mogelijk is.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Medio 2020 is de startnotitie Sport en Recreatie vastgesteld. Hierin zijn het kader en de basis vastgelegd voor een nieuw provinciaal sport- en recreatiebeleid dat in samenhang met elkaar wordt ontwikkeld. De startnotitie richt zich op faciliteren en stimuleren van bewoners om meer naar buiten te gaan en in een beweegvriendelijke(r) omgeving te recreëren en te sporten. Vooral voor stedelingen is het groen buiten de stad vaak op enige afstand en soms lastig te bereiken. De coronacrisis heeft het belang en de grote behoefte aan voldoende en beweegvriendelijke buitenruimte nog zichtbaarder gemaakt. Dat geldt voor mogelijkheden ‘om de hoek’, in de natuur- en recreatiegebieden, routestructuren en op en aan het water. De waterrecreatie is sterk toegenomen en te verwachten valt dat de groei van het aantal waterrecreanten deels blijvend is.
De startnotitie is tot stand gekomen met inbreng van externe stakeholders. Met hen is samengewerkt om de diverse ambities verder in te vullen. Daarbij is voor sport en bewegen een nieuw netwerk opgebouwd, aangezien dit beleidsthema na enkele collegeperioden afwezig te zijn geweest, weer opnieuw op de beleidsagenda is opgenomen.
Beheer en onderhoud recreatie
Eind 2020 heeft de provincie nog zeven recreatiegebieden in provinciaal eigendom met een totale oppervlakte van ruim 900 ha. Voor zes recreatiegebieden voert Staatsbosbeheer het beheer en onderhoud uit. Met Staatsbosbeheer is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst overeengekomen voor de periode 2021-2025.
In de startnotitie Sport en Recreatie is de in 2013 gemaakte keuze om recreatiegebieden in provinciaal eigendom over te dragen, bijgesteld. Gebieden met door Provinciale Staten gereserveerde afkoopsommen, waarvoor al overdrachtgesprekken lopen, worden overgedragen. Voor Balij/Bieslandse bos en Oosterduinse Meer hebben in 2020 de gemeentebesturen van Pijnacker-Nootdorp respectievelijk Noordwijk besloten de recreatiegronden over te nemen. De juridische overdracht met bijbehorende beheerafkoop wordt in de loop van 2021 verwacht.
Voor Bentwoud is met de betrokken gemeenten en Staatsbosbeheer besloten om een verkenning te doen naar nieuwe samenwerkingsafspraken en een nieuw toekomstperspectief op te stellen waarbij aansluiting wordt gezocht bij de brede verkenning die nu voor het gebied tussen de Rottemeren en het Bentwoud wordt uitgevoerd.
Met de natuur- en recreatieschappen is – zoals afgesproken bij de uittreding van de provincie uit de schappen - een gezamenlijke evaluatie uitgevoerd. Hieruit komt onder meer naar voren dat het regulier beheer onder druk staat, net als bij andere eigenaren van natuur- en recreatieterreinen.
Aan natuurbeheerders zijn subsidies beschikbaar gesteld voor toezicht dat bijdraagt aan een veilig toegankelijke natuur.
Participatie
Het ‘Groen Doet Goed’ programma heeft in 2020 een doorstart gemaakt. Met dit programma en de voucherregeling zijn projecten en vrijwilligersinitiatieven ondersteund die bijdragen aan meer groen- en waterbeleving.
In de vakantieperiode zijn diverse initiatieven gesteund om sport, bewegen en recreëren te bevorderen, zoals de vakantiestraat en het aanjaagbudget ‘Ruimte voor sport en bewegen om de hoek’. Met dit laatste zijn organisaties gestimuleerd om sport- en beweegaanbod aan te bieden in de openbare ruimte, sportlocaties en/of recreatiegebieden.
Kennis en onderzoek
Het in juni uitgebrachte Behoeftenonderzoek Sport en Recreatie heeft inzicht gegeven in de behoeften van onze inwoners aan sport en recreatie en in hun sport- en recreatiegedrag en dat van zes groepen hierbinnen die qua deelname mogelijk ondervertegenwoordigd zijn of specifieke wensen hebben. De provinciale verkenning Lopen heeft de maatschappelijke kosten en baten van lopen in beeld gebracht. Het biedt een overzicht van het loopbeleid van diverse overheden (nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk) in binnen- en buitenland. Deze verkenning is een eerste aanzet op weg naar meer loopinclusief provinciaal omgevingsbeleid en een veilige, gezonde en aantrekkelijke loopomgeving in Zuid-Holland. Lopen is ook als beleidskeuze opgenomen in het provinciale omgevingsbeleid.
In samenwerking met het CROW is een webinar georganiseerd om de kennis over (het toepassen van) het beweegvriendelijker maken van de buitenruimte breed te verspreiden. Aan dit webinar hebben ongeveer 70 deelnemers uit Zuid-Holland deelgenomen.
Realisatie
Voor waterrecreatie is het netwerk ambtelijk en bestuurlijk versterkt. De werkzaamheden van de verkenner waterrecreatie zijn afgerond. De conclusie is dat er ambitie en ruimte is om gezamenlijk op dit onderwerp door te pakken. Diverse (haalbaarheids)studies en verkenningen zijn ondersteund en uitgevoerd, een subsidieregeling waterrecreatie is in oktober opengesteld en diverse subsidies zijn toegekend.
Voor de ruiter- en menpaden is gestart met het groot onderhoud van bestaande ruiterroutes en onveilige schakels. De informatie van alle bestaande ruiter- en menpaden is gedigitaliseerd en wordt beschikbaar gesteld voor recreatieve en toeristische ruiters en menners. In het voorjaar van 2020 is de doelgroepanalyse ‘Ruiters en menners in Beeld’ afgerond. Deze analyse vormt samen met de ambitiekaart de basis voor de vervolgfase.
Samen met het Innovatieteam van de provincie zijn de voorbereidingen gestart om in januari 2021 een uitvraag te doen in het Startup in Residence programma. De bedoeling is om de ontsluiting en benutting van recreatieroutes te coördineren, door gebruik van data en zo veel mogelijk stakeholders aan te haken.
Diverse boerenlandpaden zijn ondersteund met een nieuwe meerjarige subsidie. De Kustroute is geopend als nieuwe icoon Lange Afstand Fietsroutes. Voor verbeteringen van stad-landverbindingen zijn drie subsidies beschikbaar gesteld: verbinding Wilhelminapark in Rijswijk, verbetering verbindingen Lage Bergse Bos en verbetering verbinding Delft met Midden-Delfland.
In 2020 zijn de afspraken die voortvloeien uit het programma Recreatie om de Stad versneld afgewikkeld (RodS zoals sloop en sanering van kassencomplex voor de Groenzoom in Pijnacker-Nootdorp, inrichten van de laatste hectaren van Balij-Bieslandse bos en goedkeuring van projectplan Duivenvoordecorridor in Leidschendam-Voorburg).
Met provinciale subsidie hebben de landschapstafels diverse projecten opgeleverd zoals het Quackstrand in Hellevoetsluis, het Molenvlietpark rond de cultuurhistorische elementen van de Vlietzoom en het Merovechpark in Katwijk.
In de Startnotitie Sport en Recreatie is een pilot aangekondigd voor een kwaliteitsimpuls in gebieden waar veel mensen gebruik van maken en waar veel potentie en draagvlak is om de kwaliteit te verbeteren. Drie urgente gebieden van Staatsbosbeheer; Balij/Bieslandse Bos, Valckesteijnse Bos en Abtwoudse Bos worden hiermee meer beweegvriendelijk gemaakt.
Voor recreatiegebied Vlietland is de verondieping van de Meeslouwerplas afgerond waarmee al in 2008 is gestart. Ook is een krekengebied aangelegd, geopend en aan de beheerder Staatsbosbeheer overgedragen. Via motie 811 beschikbaar gestelde middelen is aan het groen in Vlietland een kwaliteitsimpuls gegeven. De mogelijkheden om geluidswerende voorzieningen langs de A4 bij Vlietland en de Vogelplas/Starrevaart aan te brengen.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
Met het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ geven wij tot en met 2023 invulling aan de zeven stappen zoals afgesproken in het nationale Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Het is de bedoeling dat Zuid-Holland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, inclusief aandacht voor de effecten van bodemdaling in landelijk en stedelijk gebied. Dit programma ligt goed op koers. Wij hebben PS op 27 oktober 2020, kenmerk PZH-2020-751837923, in een aparte 'Tussenstand Weerkrachtig Zuid-Holland 2020' over de voortgang van het programma geïnformeerd.
De focus lag in de afgelopen jaren er vooral op kwetsbaarheden in beeld te brengen en risicodialogen te organiseren. Het afgelopen jaar is dit verschoven naar uitvoering, borging in beleid en praktijk en benutting van meekoppelkansen. Onze inzet met het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ is er tot 2023 op gericht deze beweging zowel in ons eigen handelen als bij onze samenwerkingspartners te blijven stimuleren en faciliteren. Landelijk worden we daarin gezien als één van de koplopers: een aantal resultaten van onze Zuid-Hollandse aanpak, waaronder het Convenant Klimaatadaptief Bouwen en onze aandacht voor meekoppelen met de energietransitie, heeft daarom afgelopen jaar ook aandacht gekregen in het jaarlijkse nationale Deltaprogramma en het jaarlijkse nationale Deltacongres.
Enkele in het oog springende resultaten in 2020 waren:
- Een aantal voorstellen om in ons Omgevingsbeleid klimaatadaptatie steviger te verankeren (besluitvorming PS in 2021);
- Een aanpak om verzakkingsproblemen in de historische binnenstad van Gouda op te lossen, die ook op andere historische binnensteden toepasbaar is;
- Bijdrage aan de vijfde editie van de StraaDkrant die geheel gewijd is aan bodemvraagstukken in stedelijk gebied;
- Verdere ontwikkeling van samenwerking in Zuid-Holland via het Convenant Klimaatadaptief Bouwen (www.bouwadaptief.nl);
- Onderzoek naar de financieringsmogelijkheden en businesscases van klimaatadaptief bouwen (rapport opgeleverd);
- De regionale samenwerking met waterschappen en gemeenten in de DPRA-werkregio’s is verstevigd om regionale uitvoeringsagenda’s te maken en rijksbijdragen uit de Impulsregeling Klimaatadaptatie aan te vragen;
- De Provinciale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie 2021 – 2023 is opgeleverd.
Voor het volledige overzicht van onze beleidsprestaties verwijzen wij naar bovengenoemde tussenstand.