Paragraaf EU-subsidies

Deelname aan EU-projecten

Bij de overige EU-programma’s kan de provincie als organisatie zelf subsidie aanvragen. Dit is mogelijk door als partner deel te nemen aan een project en dit vereist bijna altijd een internationaal consortium. Hierbij zijn er drie opties die verschillen in intensiteit en verantwoordelijkheid, namelijk: leadpartner, projectpartner of observer. De provincie is momenteel op alle drie de manieren actief.

In 2020 zijn er drie nieuwe EU-projecten met provinciale deelname goedgekeurd, waarbij de provincie steeds als leadpartner optreedt. Ook werden er in 2020 drie lopende projecten afgesloten. Partnerdeelname aan EU- projecten door de provincie wordt via de inhoudelijke ambities verantwoord, omdat deze altijd behoort bij te dragen aan de realisatie van provinciale ambities.

Onderstaande tabel biedt een overzicht van alle EU-projecten waar de provincie in de EU-programmaperiode 2014-2020 aan deelneemt of heeft deelgenomen. In deze periode heeft de provincie Zuid-Holland ruim € 11 mln subsidie toegekend gekregen door zelf als organisatie partner te worden in 13 verschillende projecten. De in onderstaande tabel opgenomen bedragen betreffen in de eerste plaats de bij aanvang begrote projectkosten voor de provincie en bijbehorende maximale hoogte van de toegekende subsidie. Voor de reeds afgesloten projecten zijn ook de daadwerkelijk gemaakte projectkosten en de gerealiseerde subsidie opgenomen.

Er bestaat namelijk een belangrijk verschil tussen toegekende EU-subsidie en gerealiseerde EU-subsidie. Dit komt omdat bijna alle EU-programma’s subsidie uitkeren op basis van declaraties. Bij goedkeuring van het project wordt een maximumbedrag aan subsidie aan de provincie toegekend aan de hand van een vast percentage op basis van de begrote projectkosten. De provincie kan vervolgens de daadwerkelijke gemaakte kosten voor uitvoering van de activiteiten declareren bij het programma, waarna het programma volgens het vastgestelde percentage een evenredig deel van de kosten uitkeert. Daarmee wordt dus gaandeweg de uitvoering van het project de toegekende subsidie ook daadwerkelijk binnengehaald, met als plafond het maximum toegekende bedrag. Hierdoor valt de gerealiseerde subsidie in de praktijk bij vaststelling bijna altijd iets lager uit. Als er sprake is van een substantieel verschil, staat hiervoor een verklaring gegeven.

*   Bij deze projecten heeft de provincie minder kosten hoeven maken dan vooraf gedacht, waardoor er binnen het project een deel van het niet gebruikte budget naar een ander partner is geschoven.
**   Project is wel afgelopen, maar officiële vaststelling heeft nog niet plaatsgevonden. De provincie heeft hierbij net iets meer kosten gedeclareerd dan het oorspronkelijke budget toelaat, waardoor er nog een budgetcorrectie zal plaatsvinden.

Er bestaat na vaststelling de mogelijkheid dat gedane uitgaven alsnog niet-subsidiabel worden bevonden na een tweedelijns audit. Dit risico en de mitigerende maatregelen staan beschreven in paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing, risico 17a.